Het Landhuis
Stuivinga
Het landhuis is ontworpen door architect J. Stuivinga in een stijl die heel karakteristiek is voor de woonhuisarchitectuur in het tweede decennium van de vorige eeuw. Stuivinga ontwierp overigens eerst een landhuis met een “inpandige garage”. Echter op last van de gemeente Assen heeft hij het plan moeten bijstellen: ”Naar mij voorkomt schijnt ontwerper dezes, minder goed op de hoogte te zijn, nl. de werkkamer op den begaande grond, de speelkamer, slaapkamer voor jongens, grote slaapkamer en logeerkamer op de verdieping hebben te weinig ”. Als gevolg hiervan is de garage/koetshuis vervangen door een veranda (later serre) en een losstaand koetshuis.
Jan Stuivinga
Jan Stuivinga (1881-1962), was een Nederlandse architect. Hij werkte vrijwel altijd samen met zijn oudere broer Theo Stuivinga (1880-1959), met wie hij in Zeist een architectenbureau had. Het tweetal was vooral actief in de provincie Utrecht, maar ontwierp ook een groot aantal bouwwerken elders in het land. Hun stijl kenmerkte zich doorgaans door zowel traditioneel als historiserende elementen.
(…)
Na aanvankelijk hun jonge jaren in het Oosten van het land te hebben doorgebracht hebben de broers Stuivinga hun opleiding (academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen 1901) in Rotterdam gehad. Jan Stuivinga verbleef in Rotterdam tot dat hij de opdracht in Zeist voor het raadhuis ontving.
Tijdens zijn studie maakte hij schetsen en aquarellen van gebouwen en in- en exterieur van een gotische kerk, het stoomgemaal (1787) in de Polder Blijdorp en de gevel van de Nationale Bank in Antwerpen.
Na zijn opleiding heeft hij in 1905 werkervaring opgedaan bij H. Everts, architect aan de Polytechnische School te Delft, A.D. Heederik civiel-ingenieur te Rotterdam en Joh. Kraaz, architect te Berlijn.
Van juli 1905 tot juli 1906 heeft hij werkervaring opgedaan bij de Duitse Ochsenmayer & Wissmüller architecten in Nürenberg. Jan Stuivinga noemde zijn ontwerpen in die tijd zijn “Duitsch werk”.
Van zijn reis door Duitsland heeft hij allerlei schetsontwerpen gemaakt uit plaatsen als; Nürenberg, Bronbach, Wertheim, Miltenberg, Kügenberg, Wimpfen o/d/ Berg, Heilbron, Swabisch Hall, Rothemburg o/d/ Tauber, Hümelstein, Munschen en Ausgsburg. In augustus 1906 is hij in Brugge geweest
De grote doorbraak van Jan Stuivinga was het winnen van een prijsvraag voor de bouw van een nieuw raadhuis te Zeist in 1906. Om de bouw te realiseren vestigde hij zich in de gemeente Zeist en associeerde hij zich met zijn broer Theo die voordien opzichter was bij Rijkswaterstaat.
Na aanvankelijk hun jonge jaren in het Oosten van het land te hebben doorgebracht hebben de broers Stuivinga hun opleiding (academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen 1901) in Rotterdam gehad. Jan Stuivinga verbleef in Rotterdam tot dat hij de opdracht in Zeist voor het raadhuis ontving.
Tijdens zijn studie maakte hij schetsen en aquarellen van gebouwen en in- en extrerieur van een gotische kerk, het stoomgemaal (1787) in de Polder Blijdorp en de gevel van de Nationale Bank in Antwerpen.
Na zijn opleiding heeft hij in 1905 werkervaring opgedaan bij H. Everts, architect aan de Polytechnische School te Delft, A.D. Heederik civiel-ingenieur te Rotterdam en Joh. Kraaz, architect te Berlijn.
Van juli 1905 tot juli 1906 heeft hij werkervaring opgedaan bij de Duitse Ochsenmayer & Wissmüller architecten in Nürenberg. Jan Stuivinga noemde zijn ontwerpen in die tijd zijn “Duitsch werk”.
Van zijn reis door Duitsland heeft hij allerlei schetsontwerpen gemaakt ui platen als; Nürenberg, Bronbach, Wertheim, Miltenberg, Kügenberg, Wimpfen o/d/ Berg, Heilbron, Swabisch Hall, Rothemburg o/d/ Tauber, Hümelstein, Munschen en Ausgsburg. In augustus 1906 is hij in Brugge geweest.
(bron archieven van NAI te Rotterdam)
Opleiding en werkervaring
Diploma van Vereeniging de Ambachtschool te Rotterdam; april 1898
Diploma B van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam; mei 1901
Certificaat betreffende opleiding c.q. werkervaring H. Evers, architect aan de Polytechnische School, afd, Schoone Bouwkunde te Delft; april 1905
Certificaat betreffende opleiding c.q. werkervaring bij dhr. A.D. Heederik, civiel ingenieur, Rotterdam; april 1905
Certificaat opleiding c.q. werkervaring bij dhr. Joh. Kraaz, architect te Berlijn; augustus 1905
Opleiding en werkervaring bij Ochsenmayer & Wissmüller, architecten, Nürberg, Duitsland
Reizen en studietekeningen
juni/juli 1905 Nürberg
23 augustus 1905 Bronbach
23/24 augustus 1905 Wertheim
24 augustus 1905 Miltenberg
27 augustus 1905 Kügenberg
1 september 1905 Wimpfen o/d/ Berg
2 september 1905 Heilbron
3 september 1905 Swabisch Hall
5 september 1905 Rothembrug
9 september 1905 Nürberg
17 juni 1906 Hümmelstein
Juni juli 1906 München
11 juli 1906 Ausburg
Augustus 1906 Brugge
Indien u onjuistheden in bovengenoemde publicatie vind, of u heeft aanvullingen (teksten foto’s en andere objecten van Stuivinga dan zouden we het op prijs stellen als u ons informeert.
Rijksmonumenten van Stuivinga
Gemeentehuis, Zeist
Postkantoor, Zeist
Bibliotheek, Utrecht
Buitenplaats, Veldheim
Villa Wingerhof, Zeist (Anne de Vries heeft er zijn boek Bartje in geschreven)
Villa Anderstein, Maarsberg
Raadhuis (Uitbreiding), Veendam
School, Veendam
Middenstandswoningen, Veendam
Buitenplaats Darthuizen, Leerdam
Hervormde kerk ,Emmen
Flatgebouw, Utrecht
Herenhuis, ‘s Gravenhage
Ziekenhuis, Assen
Zilverfabriek, Zeist
Hervormde kerk, Heerlen
Um 1800-bewegung
De Um 1800 bewegung vertegenwoordigd een conservatieve bouwstijl die een reactie was op het rationalisme in de bouwstijl. Tegenover de Um 1800 bewegung stond de Lodewijk XVI stijl. Ze wordt ook wel aangeduid als heroriëntatie.
Voorbeelden:
-
-Amsterdamse Effectenbeurs
-
-Amsterdamse Bijenkorf
De Lariks, Assen 1915
Kijkende naar het ontwerp en de bouw van de Lariks dan zien we daar duidelijk de Duitse invloed op terug. Jan Stuivinga bemoeide zich als architect en bouwmeester tot in de kleinste details met het ontwerp van de Lariks. Het smeedwerk van de voordeur en de jaartallen op het gebouw zijn tot in het kleinste detail op werkelijke grote door hem ontworpen. Het marmer en de dorpels werden door hem hoogstpersoonlijk door hem besteld en uitgezocht. Tijdens de bouw van de Lariks had Jan Stuivinga zijn nationale faam reeds verworven. Waarom de gemeente Assen op een enigszins denigrerende wijze naar de opdrachtgever correspondeerde over het ontwerp van Stuivinga is de moeite waard van verder onderzoek. Was het de arrogantie van de architect die dit opriep of was het de hoogmoed waanzin of regelzucht van het ambtelijk apparaat?